Dag 7 Forville-Namen, 17 km, totaal 167 km
We ontbijten aan een lange tafel in de tuin, samen met andere gasten van B&B Le Moulin de Fernelmont. De vier hondjes des huizes zitten er gezellig bij. Het gigantische huis lijkt wel een kringloopwinkel. Overal waar je kijkt staan snuisterijen uit grootmoeders tijd.
Vandaag wandelen we veel door bossen en kleine dorpjes. Een daarvan is Champion.
Dit dorp is, anders dan je zou vermoeden, een plek waar veel verliezen zijn geleden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hier liggen 491 Belgische en Franse oorlogsslachtoffers begraven. Bijna alle slachtoffers vielen op 23 en 24 augustus 1914 tijdens de strijd in en om het fort van Marchovelette. Dit was één van de negen forten die de stad Namen verdedigden.
Ons oog valt op het graf van August Peeters, een 19-jarige soldaat uit Arendonk. Het is frappant dat deze jongeman afkomstig is uit het eerste Vlaamse dorp dat wij tijdens onze wandeltocht passeerden.
Een eindje verderop zegt Dolph ineens: “Maak even een foto bij die rol.” Dan schaterend: “Vandaag is er een nieuwe rol voor jou weggelegd.….
Vanaf nu mag jij alles in het Frans regelen.”
We lopen bergafwaarts Namen binnen. Op een terras aan het water drinken we een Blanche de Namur.
Daarna dwalen we door de oude straten van het stadscentrum.
Aan friterie Rogier kunnen we niet voorbijgaan. Ik sluit aan in de rij en even later smullen we van twee grote puntzakken friet.