Dag 16 Signy-l’Abbaye – Taizy, 29 km, totaal 348 km
De ochtend begint moeizaam. We willen vroeg vertrekken, want het wordt een warme dag. De oude man die het ontbijt verzorgt, neemt echter de tijd. Als we willen afrekenen, is het weer wachten op ‘madame’, die nog niet gearriveerd is.
Als we eindelijk onderweg zijn, hoor ik: “Krak!” En dan: “Shit!” Een gesp van de rugzak van Dolph is afgebroken. Gelukkig kan hij het provisorisch oplossen met behulp van een karabijnhaak. Het kleine leed glijdt snel van ons af, als we even later als in een droomvlucht door het bos roetsjen.
We wandelen vandaag weer door nagenoeg uitgestorven dorpen, zonder voorzieningen. Wat er meestal wel is, is een monument voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Zo ook in Wasigny. Voor het gemeentehuis staat een fiere, stenen soldaat in de houding. Aan de zijkant van het beeld hangen echte foto’s van verschillende gevallen soldaten.
In een volgend dorp zien we een fraaie muurschildering van een wandelaar op de camino, met ondergaande zon.
De rest van de dag lopen we langs kale akkers, met her en der ‘plukjes’ windmolens. De graanoogst is al binnengehaald.
Ineens komt er een kleine wervelwind op me af. Ik hou mijn pet en zonnebril vast en zet me schrap. Een paar seconden zie ik alleen maar zand voorbijrazen en dan is het weer voorbij. Dolph loopt een eindje voor me uit en heeft niets gemerkt. “Het waaide alleen een beetje.”
Na een wandeldag door het eindeloze niks komen we aan bij het stoffige dorpje Taizy, onze eindbestemming voor vandaag. We worden hartelijk ontvangen door onze gastvrouw Veronique. In haar lommerrijke tuin vertelt ze dat het dorp maar 120 inwoners heeft.