Dag 28 Roffey – Chablis, 20 km, totaal 638 km

We hebben diep geslapen in een jaren 70 meisjeskamer met oranje accenten. Zelf had ik vroeger ook zo’n kamer met een rieten stoel, een porseleinen pop, een beeldje van een pierrot, droogbloemen en gedrapeerde sjaals. Dus voel ik me helemaal thuis. Bij het ontbijt krijgen we een ouderwetse houten schoolstempel in ons pelgrimspaspoort. 

Het is leuk om bij mensen thuis te slapen en een kijkje te nemen in hun leven. Zo logeerden we bij een bereisde weduwe in een huis vol objecten uit overzeese gebieden, bij een gastvrij dameskoppel in een hip appartement met mega dakterras en bij een jong stel in hun ongebruikte zolderkamer. Deze mensen hebben één ding gemeen: ze staan open voor ontmoeting en het delen van verhalen.

We beginnen de dag met een stevige klim. Onze kuitspieren worden goed getraind. Op het hoogste punt wanen we ons in een Panorama Mesdag, maar dan in een heuvellandschap.

Als we op een grasveld liggen te genieten van de stilte, komt er vlak voor onze neus een jonge ree het bos uit huppelen. Het dier kijkt net zo verbaasd naar ons als wij naar hem.

We lopen een kale heuvel op. Wat zou erachter liggen?

Nog een kale heuvel, nog een kale heuvel, een berg autowrakken, nog een kale heuvel en dan… Chablis! We sluiten de dag af met een glas van de wereldberoemde droge witte wijn.