Vanaf het balkon van onze hotelkamer kijken we uit over de nog lege terrassen in het oude centrum van Logroño, de wijnhoofdstad van La Rioja. Het is vroeg in de ochtend. De straten worden schoongespoten na een massaal drankgelag en de cafés worden bevoorraad voor een nieuwe dag.

Op onze vrije dag kunnen we het niet laten om door de stad te wandelen, op zoek naar verrassende plekken. Eén daarvan is de mooie markthal San Blas, waar we een kilo druiven kopen die minstens zo lekker smaken als de wijn die ervan wordt gemaakt. 

De pelgrimsroute loopt door het oude centrum en de Camino vormt het onderwerp van diverse muurschilderingen en kunstwerken. Zo is een kale muur opgesierd met een bebaarde man met ontbloot bovenlijf vol pelgrimsstempels. Weer eens wat anders dan de zoveelste stempel in het pelgrimspaspoort.

We lopen naar de stenen pelgrimsbrug, waar de bepakte wandelaars de rivier de Ebro oversteken. Op deze plek kwamen wij gistermiddag ook de stad binnen.

Als we een kijkje nemen in de kathedraal Santa María de la Redonda, horen we een heldere zangstem. Achter in de basiliek staat een zuster uit volle borst te zingen. Ze wordt begeleid door een virtuoze organist. Ik moet denken aan mijn opa, die vroeger ook zo mooi op het kerkorgel speelde.

Ook Harm is vandaag gearriveerd in Logroño. We ontmoeten elkaar ‘s avonds in de Calle del Laurel, een steegje vol met barretjes en restaurants. Mensen staan op straat en binnen te genieten van de rioja en de pinchos, het is een gezellige boel. Elke bar heeft zijn eigen specialiteiten. Wij laten de champiñones à la plancha bij bar Angel goed smaken.