Dag 114 Arzúa – Lavacolla, 31 km, totaal 2426 km
Santiago nadert en dat geeft ons vleugels. Voor de 114e keer strikken we ‘s ochtends de veters van onze wandelschoenen.
Bij de receptie van de herberg staan de rolkoffers van de ‘light-pelgrims’ al klaar voor vervoer, maar wij zwieren de rugzak als vanzelfsprekend op onze rug.
Onderweg worden we op allerlei manieren aangemoedigd. In het bos horen we al van verre het melodieuze spel van een fluitist. Hij lokt ons richting Santiago als de rattenvanger van Hamelen.
Een eindje verderop knikt een oude vrouw ons vriendelijk toe vanaf een muurtje. Ze geniet zichtbaar van de voorbijkomende pelgrims. Even later komen we weer een enthousiaste supporter tegen, die ons aanmoedigt vanaf het zitje op zijn rollator.
In Lavacolla vinden we eindelijk de eerste vrouwelijke ‘Estrella del Camino’. Schuin tegenover onze herberg is Maruja Varela geportretteerd. Zij werkt bij de plaatselijke bakkerij, waar ze het leven van de inwoners én pelgrims wat zoeter maakt.
Als we ons installeren in de slaapzaal, komen we de Nederlandse Ans tegen, die we al vaker op de Camino hebben ontmoet. We gaan met haar en Harm wat drinken in een bar. Ans en Harm zijn ook allebei vanuit Nederland hiernaartoe gewandeld. We rekenen uit dat we met z’n vieren al ruim 10.000 kilometer hebben gelopen, want Harm en Ans wonen wat noordelijker dan wij. Toch lopen we er alle vier nog fit en vrolijk bij. Eigenlijk voelen wij ons ook ‘Estrellas del Camino’!
Het is nog maar tien kilometer naar Santiago. Morgenochtend wandelen we er op ons gemak naartoe en dan nemen we een welverdiende rustdag.