Dag 133 Coimbra – Camparca, 33 km, totaal 2857 km
Het heeft vannacht gestortregend. Tijdens het ontbijt zijn hotelmedewerkers driftig aan het dweilen, want het dak lekt. We zitten onze broodjes te eten tussen de emmers die het binnenstromende water moeten opvangen.
Als we de deur van het hotel uitlopen, zien we tot onze schrik dat er een boom is ontworteld door de zware regenval.
Tijdens het wandelen moeten we heel wat plassen ontwijken, maar het blijft de hele dag droog.
In het gehucht Orelhudo vinden we de laatste gele pijl naar Santiago. Wij nemen hier de afslag naar Fátima.
Vanaf nu zullen we geen pelgrims naar Santiago meer tegenkomen.
Wel zien we een tegeltableau van Onze-Lieve-Vrouw van Fátima, omringd door schelpen en de kleuren van de Camino. Hierin komen Santiago en Fátima symbolisch nog een keer samen.
We wandelen door dorpjes waar de tijd stil heeft gestaan. Mensen kijken ons verbaasd na, als we voorbijkomen. Onderweg komen we een vrouw tegen met een grote takkenbos op haar hoofd.
Dan sjouwen wij toch liever met een rugzak.
Onze route gaat over heuvels en langs olijfbomen en druivenranken. We eindigen de dag in het huis van de gastvrije Louis en zijn vrouw… Fatima!