Dag 26 Bouilly – Ervy-le-Châtel, 27 km, totaal 599 km

We hebben diep geslapen in een ouderwetse ‘opa- en oma-kamer’. Alle pijntjes zijn weg en we kunnen er weer tegen. De opkomende zon strijkt zijn licht over de straten. Buiten het dorp kleuren de kale akkers goudgeel. De zon staat als een spotlight op het bos gericht, waar alle kleuren groen zich laten zien.

Langzaam lopen we omhoog over een zandpad. Heel in de verte zien we Troyes nog liggen. Als we het bos inlopen, laten we die mooie stad definitief achter ons. 

Omdat we op een paar kilometer afstand van de camino hebben geslapen, zoeken we een alternatieve route door het bos. We komen op een steil pad terecht. Het lukt mij niet goed om boven te komen met mijn rugzak. Als Dolph boven is, laat hij zijn rugzak op de top van de berg liggen en komt die van mij halen, gentleman als hij is. Zo lukt het ons allebei om boven te komen.

Even later lopen we weer op de camino. We vinden een bankje met een prachtig uitzicht.

Een eindje verderop komen we bij een pelgrimsplek, waar we zelf koffie kunnen  maken. Het gebouw wordt door de gemeenschap onderhouden.

We lopen verder over een pad dat aan beide kanten begroeid is met wilde bloemen in alle kleuren. Vlinders fladderen om ons heen.

De laatste kilometers in de verzengende hitte komen we maar langzaam vooruit.

Om de haverklap nemen we een pauze. Als we eindelijk aankomen bij chambres d’hôtes L’Aquarelle, wacht ons een verrassing: we verblijven vannacht in een smaakvol ingerichte ‘room with a view’.