Dag 89 Grañón – Villafranca Montes de Oca, 29 km, totaal 1894 km
Na een gezamenlijke maaltijd met tien andere pelgrims liepen we gisteravond door een ‘geheime deur’ naar het koor achter in de kerk. De lampen waren uit en op de leuningen van de koorstoelen stonden brandende kaarsjes. We gingen zitten en plotseling werd het gouden altaarstuk verlicht, wat de mystieke sfeer versterkte. De hospitalero stak een grote kaars aan en vertelde waarom hij vrijwilliger was geworden bij de pelgrimsherberg. Het was een persoonlijk verhaal over zijn drugsverslaafde zoon, die godzijdank was afgekickt.
De kaars werd doorgegeven en iedere pelgrim vertelde iets over zichzelf of over de Camino. Een Italiaanse man vroeg of hij mocht zingen. Even later galmde zijn lage stemgeluid door de kerk. Tot slot kregen we geen stempel in ons pelgrimspaspoort, maar een stempel in ons hart in de vorm van een omhelzing.
We hebben best goed geslapen op de turnmatten. Al moest ik de neiging onderdrukken om buikspieroefeningen te doen, zoals bij mijn gymclub, thuis op woensdagavond.
De tocht is vandaag niet zo bijzonder, omdat we veelal over een pad langs een drukke weg lopen. De dorpen, die in het teken van de Camino staan, maken echter veel goed. Zo komen we tal van muurschilderingen tegen, die de grijze dag kleur geven. We maken flink wat kilometers, want de mooie stad Burgos lonkt.