Dag 90 Villafranca Montes de Oca – Atapuerca, 19 km, totaal 1913 km
In vroegere tijden verzamelden pelgrims in Villafranca Montes de Oca moed voor de lange en gevaarlijke tocht over het Oca-gebergte. In de bossen maakten rovers en bandieten de dienst uit. Wij komen deze ochtend gelukkig geen schurken tegen op de berg. Wel doemt Harm op in de mist, maar dat vinden we alleen maar gezellig.
Als we op een uitzichtpunt komen, kunnen we de bergtoppen van boven de 2000 meter niet zien. De wereld om ons heen is helemaal wit. Even denk ik dat mijn bril beslagen is, maar het is de mist die een waas voor ogen geeft. Ver weg horen we de vrachtwagens over de weg razen waar we gisteren zoveel kilometers langs liepen. Nu wandelen we uren door het bos en ruiken we de heerlijke geur van dennennaalden in plaats van uitlaatgassen.
Op de berg La Pedraja zien we een herdenkingsmonument voor driehonderd mensen die hier vermoord zijn in hun strijd tegen de dictatuur onder Franco.
Een eind verderop staan drie wilde paarden op en naast het pad te grazen. Veel te eten is er niet, je kunt hun ribben tellen. Hoewel hun manen in de knoop zitten, blijven het vorstelijke dieren. Een lichtbruin paard blijft doodstil midden op het pad staan en laat zich rustig aaien.
Atapuerca is vandaag onze eindbestemming. Het gebied tussen de valleien van de Douro en de Ebro werd al door de prehistorische mens als doorgang gebruikt. In 1997 zijn hier de botten gevonden van de Homo antecessor, de oudste menselijke soort in West-Europa.
Als we in onze herberg aankomen, vliegen helikopters met waterzakken af en aan om een bosbrand te blussen. Hopelijk kunnen wij onze tocht morgen gewoon vervolgen.