Dag 95 Itero de la Vega – Villarmentero de Campos, 24 km, totaal  2013 km

Ik werd vannacht wakker van gekraak onder ons stapelbed. Toen ik met het licht van mijn telefoon onder het bed scheen, keek ik recht in de verschrikte ogen van een kat. Het beest had een greep gedaan in de mochila (rugzak) van een kamergenoot. Nu zat hij in een donker hoekje een in plastic verpakte droge worst op te peuzelen. Ja, je maakt wat mee in herberg La Mochila.

Vandaag is het dubbel feest: mijn lieve moeder (en de schoonmoeder van Dolph) is jarig én wij passeren de grens van 2000 kilometer. Daar eten we een Santiago cake op in het eerste dorp dat we aandoen.

Om 10.55 uur is het grote moment daar. Op het pad langs kanaal le Castilla, tussen Boadilla del Camino en Frómista, hebben we precies 2000 kilometer gelopen, mét volle bepakking. Dat laatste is geen vanzelfsprekendheid. 

Veel pelgrims wandelen met een klein rugzakje. Busjes rijden af en aan om zware rugzakken en koffers van de ene overnachtingsplek naar de andere te vervoeren. Sommige pelgrims laten ook zichzelf vervoeren met de bus of taxi, omdat ze pijnlijke voeten of andere blessures hebben of ze hebben even geen zin om te lopen.

Vandaag vaart er zelfs een boot over het kanaal naar Frómista. Pelgrims mogen voor de gereduceerde prijs van 2 euro meevaren. Voor een wandelaar met pijn is dat een aantrekkelijk aanbod.

Een slaapzaal in een pelgrimsherberg lijkt soms wel een veldhospitaal, waar blaren worden behandeld, enkels gezwachteld en voeten ingetapet. Voor pelgrims zonder EHBO-set zijn er langs de Camino automaten waar ze een rol verband of een doosje Compeed blarenpleisters uit kunnen halen.

Wij blijven gestaag, en hopelijk probleemloos, doorlopen.