Dag 108 Vega de Valcarce – O Cebreiro, 12 km, totaal 2277 km
Vandaag hebben we geen keuze, we moeten weer een flinke berg op van 1300 meter hoog. Het regent nog harder dan gisteren, maar toch is de tocht over de modderige paden prachtig. Zeker als de wolken openbreken en we het dal van Valcarce inkijken.
We lopen Castilië en León uit en komen Galicië binnen, de autonome regio waar Santiago de Compostella de hoofdstad van is.
Onze tocht eindigt vandaag in het dorpje O Cebreiro. Het lijkt alsof we een openluchtmuseum binnenwandelen.
Wat meteen opvalt, zijn de stenen berghutten met rieten daken, die pallozas worden genoemd. Deze Keltische hutten werden al voor de Romeinse tijd gebouwd en waren tot niet lang geleden bewoond.
Naast het kerkje uit de negende eeuw staat een borstbeeld van Elias Valiña Sampedro (1929-1989).
Deze dorpspastoor heeft de Camino Francés nieuw leven ingeblazen. Hij schreef er boeken over en ging zelf met kwast en gele verf op pad om de route te markeren met pijlen. Die gele pijlen zijn een belangrijk symbool geworden van de Camino.
Het kerkje zelf is ook wonderlijk. Er staat een heilige graal, waarin de wijn in het bloed van Christus is veranderd en de hostie in een stuk vlees. Het mirakel zou in de veertiende eeuw hebben plaatsgevonden. Vanavond om zeven uur gaan we naar een mis in het kerkje. Ik twijfel nog of ik als flexitariër een hostie ga halen.