Dag 134 Camparca – Pombal, 20 km, totaal 2877 km
Ondanks enkele regenbuien is het met 18 graden korte-broeken-weer. Ik vind het een grappig gezicht: de blote, gespierde benen van Dolph, die onder zijn gebochelde regenponcho uitsteken. Zo wordt zijn broek niet nat, redeneert hij, en gelijk heeft hij.
Even terug naar gisteravond. We hadden een kamer gereserveerd bij Luís en Fátima en waren de enige gasten. Bij binnenkomst kregen we fruit, broodjes en koekjes en mochten we zelf thee zetten. Toen we ons hadden geïnstalleerd, vroeg Fátima of we Portugese soep met hen wilden eten. Even later zaten we met z’n vieren aan een lekkere maaltijdsoep met kool, stukjes aardappel en bruine bonen. We voelden ons zeer welkom en verwend.
Vandaag wandelen we langs een spoorlijn en door olijfboomgaarden. We zien tientallen ooievaars, die in het Portugese landschap overwinteren. Ook horen we de vogels luid klepperen met hun snavel, ter begroeting van hun soortgenoten.
We komen door dorpjes met veel oude, leegstaande huisjes. Als de voordeur van zo’n bouwval openstaat, kijken we even naar binnen. Waarschijnlijk is het huisje niet lang geleden verlaten, want er staan nog wat kapotte meubels in.
In het stadje Pombal lopen we een gezellig restaurant binnen om te lunchen. De eigenaar reageert enthousiast als hij hoort dat wij uit Nederland komen. Tijdens het eten klinkt ineens het Wilhelmus door de zaak. Speciaal voor ons heeft hij Nederlandse muziek opgezet. We neuriën mee met krakers als ‘Malle Babbe’ en ‘Het kleine café aan de haven’. Als ‘Suzanne’ van VOF de Kunst voorbijkomt, voelen we ons helemaal thuis.