Dag 3 verhalen en doorlopen

Of ik nu wil of niet, als het zes uur in de ochtend is, komt het wandellegioen in beweging. De ritsen van slaapzakken worden geopend. Het is dus voor pelgrims belangrijk om hun eigen slaapzak mee te nemen. In de albergues is er alleen een matras, een kussen en dekens aanwezig in de slaapzalen met stapelbedden.

Om acht uur is iedereen vertrokken op deze stralende dag. Ik laat me niet gek maken en begin met de eerste zonnestralen rustig aan de wandeling van deze dag.

Ik haal de eerste wandelaars al snel in. Als ik uiteindelijk uitkom bij Ramona wandelen we een stuk samen. Gisteren vertelde ze me dat ze een speciale band heeft met God. Ik ben nieuwsgierig naar haar verhaal. De moeder van drie kinderen verteld dat ze niet gelovig is opgegroeid. Haar ouders waren van de Stati in het voormalige Oost-Duitsland. In die communistische wereld was helemaal geen plaats voor bezinning. Tot de dag van haar eerste ‘ontmoeting’ met God kwam. Op het moment dat ze de straat wilde oversteken, zei een stem ‘blijf staan’. Ze gehoorzaamde. En op dat moment brak aan de overkant een stuk van de gevel af. Een grote brok kwam precies terecht op de plek waar ze zou zijn geweest als ze was doorgelopen. Jaren later, toen ze hoog zwanger was, lag ze boven in bed. Dezelfde stem zei haar: ‘ga in bad’. Ook hier gehoorzaamde ze. Eenmaal in bad zakte het plafond in haar slaapkamer in elkaar. De derde keer is me ontgaan doordat we een stukje langs een weg moeten lopen, waarbij het verkeer haar verhaal vertroebelt.  Als we even later rustig verder lopen, vertelt ze dat ze sindsdien met regelmaat naar Santiago loopt en daar ook contact heeft met haar God.

Vandaag heb ik er zin in. Ik loop door een glooiend landschap van dorp naar dorp. Als ik begin van de middag al bij de albergue van Tamel San Pedro Fins ben, loop ik verder. Het is zo’n mooie dag.

 

Achteraf blijkt dit een mindere goede beslissing te zijn geweest. Als ik om vijf uur nog niks heb gevonden, voel ik me genoodzaakt om verder te lopen naar de volgende grote plaats 15 kilometer verderop. In Porte de Lima is genoeg en ik boek er een kamer. Nu nog drie uur lopen. Om acht uur bereik ik in het donker het mooie plaatsje aan de rivier. Ik heb voor mezelf een grens verlegd. Is het god die me vertelde om door te lopen?Nooit eerder heb ik met rugzak, in een heuvelachtige omgeving, maar liefst 50 kilometer op een dag gelopen. Bij mijn slaapplaats wordt ik ontvangen met een Portje. Bestaat God dan echt?