Dag 4 Even rustig aan

Dat ik gisteren in één dag te ver ben doorgelopen was zeker niet de bedoeling. Maar het leverde me wel iets op. Allereerst heeft me dat de mogelijkheid gegeven om eerder aan te komen in Santiago.

Maar dat is toch jammer, zou je zeggen. Nee, dan heb ik de mogelijkheid om door te lopen naar Finisterre, een kleine honderd kilometer verderop aan de Atlantsche Oceaan. Hier zou apostel Jacobus, oftewel Santiago in Spanje zijn aangekomen. Vele pelgrims lopen hier verder naar toe.

Een ander bijkomend verschijnsel is, als iedereen dagelijks ongeveer dezelfde afstand aflegt, je heel de camino dezelfde wandelaars terug ziet onderweg. Nu ben ik omringd door weer geheel nieuwe groep pelgrims met nieuwe verhalen. Één ding is gebleven, de D’s. De D’s? Ja, de D’s. De pelgrims bestaan ook nu vooral uit Duitsers en Dames. Deze middag ben ik uitgekomen in een klein gezellig hostel Ninho in Rumbiaes. Van de 7 pelgrims waren er 5 Duits en 5 Dame.

Deze avond heb ik wel een verklaring gekregen waarom deze route zo populair is onder vrouwen. Uit de verhalen blijkt dat weduwen, gescheiden, bewust of onbewust alleenstaande, dan wel alleengaande vrouwen, zoeken naar een mogelijkheid om veilig te kunnen rondreizen. En dat kan. Onderweg is alles perfect in orde. De bijna niet te missen gele pijlen houden je op de route. Onderweg zijn er genoeg mogelijkheden voor ontbijt, koffie, lunch en te plassen. Dat laatste is voor deze groep zeer belangrijk. En na elke 15-20 kilometer is er wel een overnachtingsplaats. Al lopend zijn de dagen goed gevuld. Deze zekerheden worden thuis doorverteld. Dit wordt aangevuld met mooie verhalen over hun ontmoetingen en de prachtige rustige omgeving. En zo lopen er de volgende keer nog meer dames op de route. En de mannen dan? Daarvoor gaat het allemaal te langszaam. Die zie je eerder terug op de wielrenfiets. Zij werken zich liever in het zweet om de Mont Ventoux te bedwingen. Of iets vergelijkbaars.