Dag 2 Reusel – Mol-Rauw, 25 km, totaal 51 km
We genieten nog even van de Brabantse gezelligheid aan de ontbijttafel van Wilfred en Rinel. Wilfred wijst ons een mooie route naar Postel. We zwaaien onze rugzakken weer om en gaan op weg. In het bos zit een man aan een picknicktafel, verbaasd naar ons te kijken. “Goedemorgen, waar gaat de reis naartoe?” “Naar Fatima”, antwoorden wij in koor. Van schrik valt hij bijna van de houten bank.
Bij de abdij van Postel wandelen we de Via Monastica op, de kloosterroute die doorloopt naar Santiago de Compostela. Vanaf nu kunnen we de gele pijlen volgen naar onze verre bestemming.
Een paar kilometer verderop komen we uit bij het kanaal Dessel-Schoten. We lopen over het jaagpad. Toch voelen we ons totaal niet opgejaagd, ondanks het oorlogsverleden dat zijn sporen heeft achtergelaten in de vorm van verschillende bunkers aan de waterkant.
We worden gepasseerd door een groot vrachtschip, genaamd Marieke.
Als we vragen wat hij vervoert, zegt de schipper: “Helemaal niks. Het schip ligt te hoog en we vullen het ruim met water. Anders komen we niet onder de brug door.” We zien dat het schip langzaam een stuk naar beneden zakt.
Kilometerslang sjouwen we langs het kanaal. De rugzakken beginnen zwaar te worden, maar we komen in de buurt van onze eindbestemming van vandaag. Even wanen we ons in het stenen tijdperk als we de straat van ons ‘Vrienden op de fiets-adres’ in wandelen.
Een creatief betegelde voortuin, leeuwen die het fort bewaken, gesloten rolluiken, grindbakken die worden opgesierd met felgekleurde pionnen en een twee holes-minigolfbaan van kunstgras. Gelukkig logeren wij een paar huizen verderop.