Dag 48 Marsac – Le Pont du Dognon, 26 km, totaal 1069 km
Toen we gistermiddag vertelden waar we vandaag naartoe gingen wandelen, riep onze gastvrouw Nadine: “Oh là là!” Volgens haar zou het een lange en zware tocht worden. Ze nam ons mee naar de voordeur en wees naar een rode televisietoren bovenop een berg in de verte. Daar zouden wij de volgende dag langskomen.
‘s Avonds mochten we voor een klein bedrag mee-eten met Nadine, haar man en hun dochter. Het werd een eenvoudige maaltijd, aldus Nadine. We begonnen met een salade van verschillende tomatensoorten uit eigen tuin, waaronder de smaakvolle Coeur de Boeuf, een tomaat die de vorm en grootte van een ossenhart heeft. Daarna kregen we een quiche ‘à la Nadine’ met een groene salade voorgeschoteld. Vervolgens kwam er een grote kaasplank op tafel en tot slot een kokospudding. En dat noemen ze hier in Frankrijk een eenvoudige maaltijd.
Nadine vroeg wat nou typisch Nederlands eten is. We kwamen niet veel verder dan stamppot en stroopwafels. Ineens stond Dolph op en liep naar onze kamer. Hij kwam terug met het pak zoute drop, dat we hebben meegenomen om ons zoutgehalte aan te vullen tijdens een intensieve wandeldag. Ze pakten alle drie een dropje en zeiden dat ze het lekker vonden, maar hun gezichtsuitdrukking liet iets anders zien.
Vandaag zetten we ons schrap voor een stevige bergetappe. De eerste kilometers gaan we inderdaad sterk omhoog. We lopen over kleine wegen en bospaden. Als we onder het bladerdak schuilen voor een regenbui, steekt een vos vlak voor onze neus de weg over. We hebben dit dier nog nooit van zo dichtbij gezien in het wild.
Als we de rode televisietoren passeren, denken we even aan Nadine. Daarna gaan we vooral bergafwaarts en schiet het lopen lekker op. Het valt ons op dat er langs de weg weinig bramenstruiken en brandnetels groeien, maar wel veel varens.
Ook deze planten groeien extra hard door de toegenomen stikstof. Alleen is de grond hier vochtiger dan in de gebieden die we al doorkruist hebben.
We eindigen de dag bij de mooie rivier Le Taurion, die hier zo breed is, dat hij op een meer lijkt. ‘s Avonds horen we een zwarte specht en een uil roepen vanuit het bos aan de overkant van het water.